Dinah Hagedoorn, Kievit 5, 9685 CD  Blauwestad, 06 189 27 098

Innerlijk Kindwerk

Als jij het idee hebt dat je ‘ergens onderweg’ het contact verloren bent met jezelf, kortom dat wat voor jou belangrijk was om op een goede manier volwassen te worden, dan zijn daarvan de gekwetste innerlijke kinderen nog steeds (in jouw onderbewustzijn) actief, bijna smekend om geholpen te worden. Werken aan je innerlijke kinderen vormt het voornaamste onderdeel van bijna elke regressiesessie. Hier komen we bij de voedingsbodem van trauma’s die ons niet alleen mede hebben gevormd, maar ook tot op de dag van vandaag zijn blijven doorwerken. 

Op het moment dat we als kind een traumatische ervaring beleven, ‘bevriest’ er iets in ons. We trekken ons terug of nemen juist een alerte houding aan. Een deel van dat kind groeit niet verder mee, het is blijven steken (bevroren) in de situatie. Met dit kindsdeel maken we contact en bevrijden het. NB: het innerlijke kind toont zich in een therapeutische sessie als een complete ‘gestalte’ met alle gedrag, manier van denken en lichaamshouding van toentertijd. Zelfs de stem kan kinderlijk worden. 

Alsof de tijd is teruggedraaid, beleven we in regressie opnieuw alle gevoelens en gedachten van het kind dat we toen waren. Zelfs vergeten ervaringen kunnen we vaak heel helder, bijna als een film die zich voor ons afspeelt, ons weer voor de geest halen. Door terug te gaan naar dat pijnlijke verleden wordt alsnog recht gedaan aan het kind van toen. Aan een nare ervaring koppelden we misschien een overtuiging als: ‘zie je wel, ik kan het niet’, ‘ik verdien het niet’, ik ben niet goed genoeg’, ‘het heeft toch geen zin’ of ‘ik kan me maar beter stilhouden’. Alle emoties en gedachten die erbij hoorden, herkennen we nu ook weer. We zijn het kind en tegelijkertijd de volwassene, een soort dubbel bewustzijn. We communiceren met het ‘innerlijke kind’, we geven het troost en het kind helpt zelfs mee aan de oplossing zodat het weer kan worden teruggezet in zijn oorspronkelijke kracht.   

Met heel veel zorg en grondige aandacht werken we de traumatische situatie(s) door, doen we het nodige ‘energiewerk’ en integreren we het ‘bevrijde’ kind (soms zijn het er meer) in de volwassene. In de regel betrekken we ook de ouder(s) en anderen in dit proces, zodat er nergens open eindjes blijven. De overtuigingen die we toen over onszelf hadden en altijd met ons mee zijn blijven dragen, zijn nu niet meer legitiem. Ook dat gaan we begrijpen en loslaten. Niet per se van vandaag op morgen, maar geleidelijk merken we dat dit verandert. 

Voorbeeld van zo’n ‘innerlijk’ gekwetst kind: 

Een meisje in de kleuterleeftijd werd regelmatig geplaagd door een buurjongen die zegt dat ze stom is en niks kan. Thuis durfde ze er uit schaamte niets over te zeggen en ze ging zelfs geloven dat die jongen gelijk had. Het knaagde aan haar zelfvertrouwen, ze voelde zich klein en machteloos. Goddank ging de jongen verhuizen en was het pestgedrag afgelopen.

Na een relatief zorgeloze jeugd kreeg het meisje op zeventienjarige leeftijd een bijbaantje in een supermarkt. Hier had ze te maken met een chef die haar erg op de huid zat. Terwijl ze in andere omstandigheden altijd best redelijk van zich af kon bijten, raakte ze nu telkens over haar toeren wanneer de man haar benaderde. Ze begon te hakkelen, te transpireren en haar werk leed eronder. Ze begreep er niets van. 
De herinnering van vroeger was ze allang vergeten, maar ineens voelde het meisje zich (weer) klein, stom en machteloos. Vanaf dat moment probeerde ze haar chef zoveel mogelijk te ontwijken. Ook in haar sociale leven nam het ongemak grotere vormen aan. En, omdat ze zich schaamde, deed ze haar uiterste best dit voor de buitenwereld verborgen te houden en situaties uit de weg te gaan die (mogelijk) de akelige gevoelens opnieuw konden oproepen. 

Hoe onschuldig de voorvallen in haar jeugd ook lijken (omdat de herinneringen daaraan waren vervaagd), duidelijk is dat het pestgedrag wel degelijk een emotioneel litteken heeft achtergelaten. Het akelige gevoel waarmee de jongen haar destijds opzadelde werd voor het eerst weer getriggerd door de chef. De ‘slapende’ herinnering was dus weer ‘wakker’ geworden, en ze ervoer opnieuw de machteloosheid en de schaamte die ze indertijd als kleuter had ervaren. 

Toen ze de volwassen leeftijd bereikte was ze meer dan ooit vastbesloten deze vicieuze cirkel te willen doorbreken: ze schakelde regressietherapie in. Slechts één sessie was voldoende. Naast de ‘vergeten’ ervaringen in haar jonge jeugd werd het de cliënt duidelijk dat een vorig leven de latent aanwezige kwetsbaarheid voor mannelijke dominantie had gerestimuleerd. Met het doorwerken en herbeleven van de belangrijkste traumamomenten, het verankeren van het juiste inzicht, het nodige energiewerk plus het integratieproces, kon ze de sessie succesvol afsluiten. Ging ze deze nog in met de overtuiging: ‘Als iemand erg overheersend tegen mij doet, word ik onzeker en voel ik me net weer een klein kind’, ze ging naar huis in de volle overtuiging: ‘Ik laat me door niemand meer klein krijgen. Nooit meer!’ 

“Het volledige en oneindige bewustzijn is overal aanwezig in een niet aan tijd en plaats gebonden ruimte, waar verleden, heden en toekomst tegelijk aanwezig en toegankelijk zijn. Dit eindeloze bewustzijn is continu om ons en in ons aanwezig.” (Pim van Lommel, cardioloog van 1977-2003, onderzoeker BDE-ervaringen en schrijver).