Dinah Hagedoorn, Kievit 5, 9685 CD  Blauwestad, 06 189 27 098

Innerlijk Kindwerk

Eens liep ik over een verlaten, donkere weg naar huis
Achtervolgd door een man… hij kwam dichterbij… ik rende zo hard als ik kon
Hij haalde me in… begon me wild te kussen… ik joeg hem weg met mijn mandoline
Zo graag wilde ik het aan mijn moeder vertellen… ik keek naar haar… mijn lippen bleven gesloten
Ze stelde niet de vraag die mij had doen breken
Stel dat ze niet zou begrijpen hoe bang ik was?
Dan is het toch veiliger om mij te verstoppen… in mezelf. 

Dit is één ervaring waarin mijn eigen ‘Innerlijke kind’ het zwaar te verduren had: angst om thuis iets te vertellen omdat ik niet zeker wist hoe er gereageerd zou worden. Ik voelde me niet veilig genoeg en besloot de gebeurtenis voor mezelf te houden. Weggedrukte angst, verdriet of woede: misschien heb jij ook allerlei copingsmechanismen ingezet om te overleven toen je nog klein was. De mijne was dus duidelijk dat ik niet mijn kwetsbaarheid wilde laten zien. Ik moest sterk zijn, onder alle omstandigheden. Het is lastig om zo’n copingmechanisme van jezelf te herkennen. Want nu ben je volwassen en dan weet je waarschijnlijk niet anders dan dat het altijd zo is geweest. 

Bij elk verloren contact met jezelf (daarmee bedoel ik dat je gewoon jezelf laat zien en niets verhult) raakt een innerlijk kind beschadigd. Werken aan je innerlijke kinderen vormt dan ook het voornaamste onderdeel van bijna elke regressiesessie. Hier komen we bij de voedingsbodem van trauma’s die ons mede hebben gevormd en tot op de dag van vandaag zijn blijven doorwerken. 

Tijdens een traumatische ervaring ‘bevriest’ zo’n innerlijk kind; dat deel groeit niet verder mee, het blijft ‘bevroren’ in de situatie. En dat verandert niet vanzelf als je eenmaal volwassen bent geworden. Je kunt er tot op de dag van vandaag last van hebben en je schaamt je voor iets waar je totaal geen vat op kunt krijgen. Met dit kindsdeel maken we tijdens een sessie contact. NB: het innerlijke kind toont zich in een therapeutische sessie als een complete ‘gestalte’ met alle gedrag, manier van denken en lichaamshouding van toentertijd. 

Alsof de tijd is teruggedraaid, beleven we ondertussen opnieuw alle gevoelens en gedachten van het kind dat we toen waren. Zelfs vergeten ervaringen kunnen we ons vaak weer helder voor de geest halen. Door terug te gaan naar dat pijnlijke verleden wordt alsnog recht gedaan aan het innerlijke kind van toen. Aan een nare ervaring koppelden we misschien een overtuiging als: ‘zie je wel, ik kan het niet’, ‘ik verdien het niet’, ‘het heeft toch geen zin’ of ‘ik kan me maar beter stilhouden’. Alle emoties en gedachten die bij dat gekwetste innerlijke kind hoorden, herkennen we nu ook weer. Wij als volwassene geven dat innerlijke kind troost en helpen mee het oplossen van het probleem; het probleem wat we destijds niet kon hendelen. Dat innerlijke kind wordt weer teruggezet in zijn oorspronkelijke kracht. Ook worden energieën en ladingen losgelaten en teruggegeven aan (meestal) de ouder(s). De onterechte en ingesleten overtuigingen die lange tijd bij ons hoorden gelden niet meer. Ook dat gaan we inzien en loslaten. We transformeren uitspraken als: ‘Ik verdien het niet’ naar: ‘Ik ben het waard om gezien te worden’. Bepaald gedrag waarvan we (onterecht) dachten dat het wel bij ons karakter of temperament hoorde, verdwijnt als sneeuw voor de zon. 

Voorbeeld van hoe een ‘innerlijk gekwetst kind’ (in relatie tot pestgedrag) bevroren blijft en op oudere leeftijd ineens voor problemen gaat zorgen: 

Een volwassen vrouw ontdekt in een sessie de oorsprong van een actueel probleem: onzekerheid en angst voor overheersende personen.  

Het wordt haar duidelijk dat ze als kleuter is gepest door een buurjongen die beweerde dat ze stom is en niks kan. Hier zit ze al in de herbeleving. Thuis durfde ze er uit schaamte niets over te zeggen. Ze ging zelfs geloven dat die jongen gelijk had. Goddank ging hij verhuizen en zij ‘vergat’ het voorval. Na een zorgeloze jeugd kreeg ze een vakantiebaantje in een supermarkt. Hier had ze te maken met een chef die haar erg op de huid zat. Terwijl ze in andere omstandigheden altijd best goed van zich af kon bijten, raakte ze nu telkens over haar toeren wanneer de man haar benaderde. Ze hakkelde, transpireerde en haar functioneren leed eronder. Zoiets was haar nooit eerder overkomen, dacht ze. Vanaf dat moment probeerde ze deze chef zoveel mogelijk te ontwijken. Echter, als een self-fulfilling prophecy begon het ongemak ook in haar sociale leven een grotere rol te spelen en omdat ze zich schaamde, deed ze haar uiterste best dit voor de buitenwereld verborgen te houden in de hoop dat het vanzelf goed zou komen. Dat gebeurde niet.

Hoe onschuldig de voorvallen in haar jeugd ook lijken, duidelijk is dat het pestgedrag wel degelijk een emotioneel litteken heeft achtergelaten. Het akelige gevoel waarmee de buurjongen haar destijds opzadelde werd voor het eerst weer getriggerd door de leidinggevende in de supermarkt. De ‘slapende’ herinnering was ‘wakker’ geworden en de vrouw ervoer opnieuw de machteloosheid en de schaamte die ze indertijd als kleuter had ervaren. 

Met het bereiken van de volwassenheid was ze meer dan ooit vastbesloten deze vicieuze cirkel te willen doorbreken: ze schakelde regressietherapie in. Slechts één sessie was genoeg. Ging ze deze sessie nog in met de overtuiging: ‘Als iemand erg overheersend tegen mij doet, word ik onzeker en voel ik me net weer een klein kind’, ze ging naar huis in de volle overtuiging: ‘Ik laat me door niemand meer klein krijgen. Nooit meer!’  De lading (het obstakel) in haar lichaam was weg, en ook op mentaal niveau werd ze naderhand niet meer getriggerd.

“Het volledige en oneindige bewustzijn is overal aanwezig in een niet aan tijd en plaats gebonden ruimte, waar verleden, heden en toekomst tegelijk aanwezig en toegankelijk zijn. Dit eindeloze bewustzijn is continu om ons en in ons aanwezig.” (Pim van Lommel, cardioloog van 1977-2003, onderzoeker BDE-ervaringen en schrijver.